Het bestaan kenmerkt zich door twee bewegingen; komen en gaan.
Liefde is aanwezig in beide.
Anne Hoitinga (1962) heeft in haar jeugd vooral het weggaan ervaren.
Haar broer overleed aan leukemie. Vader leed aan depressies. Moeder was veelvuldig ziek. Haar ouders gingen scheiden toen ze 11 jaar was. Haar enige andere broer emigreerde naar Amerika toen ze in de 20 was.
Eenzaamheid en overweldigende gevoelens van verdriet om het wegvallen van vertrouwde patronen en houvast bleven zich herhalen.
Haar werken in de verpleging en later het medisch maatschappelijk werk, de terminale thuiszorg en begeleiding van mensen bij hun persoonlijke ontwikkeling droegen de intentie in zich het wegvallen van houvast, vertrouwdheid en veiligheid te compenseren met warme aanwezigheid.
Uitreiken naar een ander in het donker van hun bestaan is een heilzame manier om weer in verbinding te komen met levenskracht genaamd Liefde. Via nabijheid, gedragen door deze kracht, kan eigenliefde herstellen.
Pas in het laatste ziekteproces van haar moeder (dementie) wist de auteur de moed bijeen te rapen haar aandacht in haar eigen leven te verleggen van weggaan naar komen.
Zo kon ze, via nabij zijn en blijven bij zichzelf en haar moeder, terwijl het hele vertrouwde gezamenlijk bestaan wegviel, haar eigen vertrouwen in de levenskracht liefde hervinden.
In de bundel “Rest ons de liefde” laat ze zien dat het niet de ellende is die wij het hoofd moeten bieden. Maar dat het leven uitnodigt ons hart te blijven openstellen voor nabijheid.
Het is haar grote passie om op bescheiden wijze bij te mogen dragen aan het welzijn van alle mensen die ze ontmoet. Door openhartig en heel persoonlijk aanwezig te zijn.
Aandacht te vestigen op wat is en komen kan door wat wegging .. en zo diepgewortelde weerstand tegen het levensritme van komen en gaan om te buigen.
Laten we iedere gelegenheid die zich voordoet elkaar nabij zijn.
Zo geven we leven betekenis.